Door de bloeddruk langere tijd achter elkaar te meten, wordt het verloop van de bloeddruk goed in kaart gebracht.
Bij de 24-uurs bloeddrukmeting krijg je een band om de arm met een bloeddrukmeter. De meter wordt op de heup met een riem gedragen. Het meten van de bloeddruk gebeurt automatisch: de band blaast zelf op en loopt weer leeg. De praktijkondersteuner stelt in hoe vaak de bloeddruk gemeten wordt. In de nacht wordt de bloeddruk minder vaak gemeten dan overdag. De bloeddrukmeter slaat alle bloeddrukwaarden automatisch op.
Er kunnen tintelingen in de arm optreden tijdens de meting of het opladen van de bloeddrukband. Dit gaat vanzelf weer over. Het geluid van het apparaat kan het (door)slapen soms bemoeilijken. Na de onderzoeksperiode leest een computer de gegevens van de bloeddrukmeter uit. De praktijkondersteuner bespreekt de uitslag van het onderzoek tijdens een nieuwe afspraak.
Houd gedurende de meting je arm stil. Als de meting toch niet lukt, dan herhaalt het apparaat de meting. Controleer of de band nog goed zit als dit meerdere keren achter elkaar gebeurt.
Je krijgt een dagboek mee voor al jouw bevindingen en activiteiten. Daarin schrijf je:
- alledaagse activiteiten waarbij je jezelf moet inspannen, zoals werken, fietsen, of huishouden;
- het tijdstip van het innemen van medicijnen;
- hoe laat je naar bed gaat en weer opstaat;
- overige bijzonderheden die de bloeddruk beïnvloeden, zoals emoties/stress.